Rb: aanvrager moet twijfel aan beschikbaarheid medicatie zelf onderbouwen

Het BMA mag bij zijn beoordeling van de in het buitenland beschikbare medische behandeling uitgaan van de informatie van vertrouwensartsen. De identiteit van deze artsen hoeft niet bekend te worden gemaakt. Bij de vaststelling dat noodzakelijke medicatie in een alternatieve variant beschikbaar is, hoeft de arts van het BMA niet te onderzoeken of een alternatief middel in het geval van de vreemdeling ook daadwerkelijk effectief zal zijn.

Het is vervolgens aan eiseres om met concrete informatie te onderbouwen dat de voor haar noodzakelijke behandeling ontbreekt. Eiseres heeft haar stelling in dit verband echter niet onderbouwd. De enkele omstandigheid dat het advies van het BMA niets vermeldt over het al dan niet bestaan van onderbrekingen in de medicijnvoorraad is geen reden om aan de algemene beschikbaarheid van de medicatie te twijfelen.

Verweerder dient weliswaar te onderzoeken of de noodzakelijke medische behandeling in Ghana voor eiseres feitelijk toegankelijk is, maar het is daarbij aan eiseres om de twijfel aan die feitelijke toegankelijkheid aannemelijk te maken. Dit geldt ook voor de stelling van eiseres dat zij de noodzakelijke medische behandeling niet zal kunnen betalen. Het (aanvullende) beroepschrift bevat echter geen concrete onderbouwing op deze punten.

Rb Middelburg AWB 18/9692, 5.12.19
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:14303