Rb: belangenafweging vrijheidsbeperking in Gezinslocatie verplicht, schadevergoeding

De staatssecretaris heeft aan de vreemdelingen verplicht om in de gemeente Gilze en Rijen te verblijven, omdat de vreemdelingen niet uit eigen beweging NL hebben verlaten, geen vaste woon- of verblijfplaats hebben en ook niet over voldoende middelen van bestaan beschikken. De rechtbank acht bij de beoordeling van belang dat uit het beleidskader van de staatssecretaris blijkt dat bij de uitvoering van deze maatregel de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit voortdurend in acht moeten worden genomen. Omdat de staatssecretaris in dit geval geen enkele kenbare belangenafweging heeft gemaakt, oordeelt de rechtbank dat de vrijheidsbeperkende maatregel niet rechtmatig is. De beroepen zijn gegrond.

Voorts hebben de vreemdelingen verzocht om schadevergoeding. Gezien het feit dat de  bewegingsvrijheid van de vreemdelingen onrechtmatig is, maken zij daar ook aanspraak op. Maar de schadevergoeding wordt tot de helft teruggebracht tot 1260,- omdat ter zitting blijkt dat de staatssecretaris wel een afweging heeft gemaakt.

Rb Den Bosch, 16/5850, 16/5849, 16/5848 en 16/5851, 11.4.16