De minister heeft toegelicht dat in augustus 2025 een staandehouding was voorzien in het AZC, maar dat eisers daar niet aanwezig waren, niet traceerbaar bleken te zijn en dat zij zich ook de daaropvolgende dag niet hadden gemeld voor de meldplicht. Hierdoor heeft de geplande vlucht geen doorgang kunnen vinden.
DT&V en AVIM hebben vervolgens informatie verkregen van het COA waaruit volgt dat eisers eerder hadden aangegeven weleens te verblijven op het adres. Daarop is AVIM verzocht een adrescontrole uit te voeren. Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat eiseres aldaar is gesignaleerd. Gelet op deze toelichting bestond er naar het oordeel van de rechtbank een redelijk vermoeden van illegaal verblijf en is de staandehouding daarmee niet onrechtmatig.
Rb Groningen NL25.45045, NL2545052, NL25,45058 en NL2545062, 30.9.25
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:17990