De staatssecretaris heeft miskend dat de nieuwe gegevens uit deze procedure een ander licht kunnen werpen op de eerdere verklaringen de vreemdeling. Het is mogelijk dat de vreemdeling door haar omstandigheden tot een verdieping van haar geloofsbeleving is gekomen, haar mening over haar proces van bekering is gewijzigd en nu vindt dat eerder sprake was van een onvoltooide bekering.
Verder wordt de staatssecretaris niet gevolgd in zijn stelling dat de vreemdeling niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe haar relatie met Jezus sterker is geworden. De vreemdeling heeft voorbeelden gegeven hoe zij Jezus ziet en persoonlijke details kunnen vertellen die tot een verdieping van haar relatie met hem hebben geleid. Verder is het praktiseren van vergeving, zoals het vergeven van haar familie, onvoldoende inzichtelijk betrokken nu er aanleidingen zijn dat de vreemdeling hierin is gegroeid. Ook de deelname aan geloofsactiviteiten, waaronder bezoek aan kerken en zieken bezoeken, zijn onvoldoende meegewogen in het kader van de gestelde geloofsgroei.
Beroep gegrond.
Rb Haarlem NL24.10150, 25.4.24