Rb: Dublin-detentie gezin onrechtmatig want geen zicht op uitzetting ivm weigeren coronatest

De staatssecretaris heeft de asielaanvraag van de vreemdeling en haar minderjarige kinderen niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk hiervoor verantwoordelijk is. Ook heeft de staatssecretaris een maatregel van bewaring opgelegd aan de vreemdelingen. 

De rechtbank beperkt zich in deze zaak tot de vraag of de vreemdelingen schadevergoeding moeten krijgen. De staatssecretaris heeft meerdere gronden vermeld waarom hij heeft overwogen dat de maatregel nodig was. De gronden van de maatregelen zijn niet betwist door de vreemdelingen. 

Wat betreft de duur van de maatregel, overweegt de rechtbank dat al op 12 augustus 2021 bekend was dat de vreemdelingen niet op 13 augustus konden worden overgedragen, omdat de vreemdeling weigerde mee te werken aan een coronatest. De bewaring is 16 augustus opgeheven en de staatssecretaris heeft niet kunnen vertellen of in die tijd is gewerkt aan het plannen van een nieuwe overdracht binnen de genoemde termijn van twee weken. Het zoeken van een plaats bij het COA is geen reden om ze in bewaring te houden. De maatregel van bewaring was dus met ingang van 12 augustus 2021 onrechtmatig.

Beroep gegrond.
Rb Roermond, NL21.12956, NL21.12959, NL21.12963, NL21.12972, NL21.12973 en NL21.12974, 27.8.21