Rb: faciliterend visum voor verblijf bij EU-partner ook bij niet-samenwonen mits relatie bewezen

De ongehuwde partner van een Unieburger die wenst te verblijven op het grondgebied van een andere lidstaat dan de lidstaat waarvan de Unieburger de nationaliteit heeft, moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Onder andere moet sprake zijn van een deugdelijk bewezen duurzame relatie.

Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 6 september 2011 volgt dat de Verblijfsrichtlijn er niet aan in de weg staat dat een duurzame relatie wordt aangenomen als wordt aangetoond dat de ongehuwde partner en de Unieburger, die gebruik maakt van zijn recht van vrij verkeer, ten minste zes maanden een relatie hebben. De richtlijn staat er evenmin aan in de weg dat een duurzame relatie in beginsel pas wordt aangenomen wanneer de partners gedurende deze termijn een gezamenlijke huishouding voeren. Samenwonen als zelfstandig vereiste verdraagt zich echter niet met de Verblijfsrichtlijn. Er zijn immers ook andersoortige relaties, zoals een langeafstandsrelatie of een LAT relatie, die als duurzame relatie in de zin van de Verblijfsrichtlijn kunnen gelden. Het is aan de vreemdeling om, als geen sprake is geweest van samenwoning, de duurzame relatie op andere wijze deugdelijke bewijzen....

Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat een tweetal korte bezoeken van referente aan eiser nog geen duurzame relatie opleveren. ... Verweerder heeft de aanvraag daarom terecht afgewezen.

Rb Middelburg NL21.6956, 8.9.21
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:9996