Rb: geen opheffing 1F Congolees, 13jr legaal verblijf in België maar nog steeds actuele dreiging

Eiser werd als veiligheidsagent en leidinggevende bij de Service Action Reseignements Militaires in Congo in verband gebracht met het om het leven brengen van (demonstrerende) burgers en het mishandelen, martelen, onrechtmatig detineren en buitengerechtelijk executeren van politieke tegenstanders. Zijn asielaanvraag is in 2008 afgewezen ivm 1F en hij werd ongewenst verklaard. In 2022 heeft eiser een aanvraag ingediend tot opheffing van deze ongewenstverklaring....

Volgens artikel 68 van de Vw wordt een ongewenstverklaring opgeheven als de vreemdeling tien jaren onafgebroken buiten Nederland verblijf heeft gehad, aan deze voorwaarden wordt voldaan. Dat betekent echter niet dat verweerder de ongewenstverklaring had moeten opheffen.

Uit rechtspraak van de Raad van State volgt dat als verweerder voornemens is een inreisverbod of ongewenstverklaring uit te vaardigen of op te heffen vanwege betrokkenheid van de vreemdeling bij 1F-feiten, hij moet beoordelen of een vreemdeling een actueel, werkelijk en voldoende ernstig gevaar voor de openbare orde vormt. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft betrokken of eiser een gevaar voor de openbare orde vormt. Het onafgebroken verblijf van tien jaren buiten Nederland heeft verweerder dus terecht niet voldoende geacht voor toewijzing van de aanvraag. De beroepsgrond slaagt daarom niet op dit punt.

Rb Utrecht NL22.23960, 25.5.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:7756