Rb: geen risico op ontwijken overdracht, geen reden detentie

Het besluit dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek staat sinds 6 april in rechte vast. Niet in geschil is dat eiser zich steeds aan de meldplicht op het AZC heeft gehouden. De rechtbank stelt dan ook vast dat verweerder vanaf 6 april 2023 tot eisers detentie per 17 juni 2023 heeft ingezet op een gefaciliteerde overdracht van eiser aan Duitsland, ervan uit gaande dat eiser aan deze overdracht mee zou werken. .. De rechtbank stelt in dit geval vast dat alle gronden voor detentie zich ook al voordeden toen verweerder nog inzette op een gefaciliteerde overdracht. Op dat moment was er voor verweerder kennelijk geen aanleiding om een significant risico op onttrekking aan het toezicht aan te nemen en eiser om die reden in bewaring te stellen.

De rechtbank gaat er daarom van uit dat deze gronden voor verweerder pas relevantie kregen toen eiser op verdenking van een strafbaar feit werd aangehouden en in detentie werd genomen. De rechtbank is echter van oordeel dat die situatie op zichzelf geen (verhoogd) risico op onttrekking aan het toezicht in het leven roept. ...Dat eiser, zoals verweerder ter zitting heeft opgemerkt, ook niet uit eigen beweging naar Duitsland is vertrokken, leidt niet tot een ander oordeel. Voor Dublinclaimanten geldt immers geen zelfstandige vertrekplicht. De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder de zware gronden ten onrechte aan de maatregel van bewaring ten grondslag heeft gelegd.

De inbewaringstelling van eiser is daarom van aanvang af onrechtmatig.
Rb Middelburg NL23.19402, 13.7.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:10562