De asielaanvraag van deze minderjarige vreemdeling is afgewezen en de staatssecretaris heeft een terugkeerbesluit opgelegd.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit het TQ-arrest volgt dat er geen terugkeerverplichting mag worden opgelegd zonder de overtuiging dat adequate opvang aanwezig is. Doordat enerzijds is besloten dat de vreemdeling nog niet hoeft terug te keren en anderzijds dat hij geen verblijfsvergunning krijgt, waarmee een gedoogconstructie is ontstaan in strijd met TQ. Het onderzoek naar adequate opvang had in het kader van de asielprocedure moeten plaatsvinden. Het besluit is onzorgvuldig voorbereid.
Beroep gegrond.
Rb Den Bosch, NL21.16298, 22.2.22