Verweerder mag van een vreemdeling die de status van langdurig ingezetene in een ander EU-land heeft, stukken verlangen waaruit blijkt dat hij arbeid als zelfstandige verricht of gaat verrichten en waaruit blijkt dat hij uit die werkzaamheden duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan verwerft. Niet in geschil is dat de werkzaamheden niet in de toekomst gegarandeerd zijn. Verweerder heeft dan ook in redelijkheid aan eiser tegen kunnen werpen dat de middelen van bestaan niet duurzaam zijn. Beroep ongegrond
Rb Amsterdam AWB - 19 _ 2131, 18.7.19
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:8325