Rb: recht op W2 document bij voorlopig uitstel van vertrek op grond van art-64

Verweerder heeft de aanvraag van eiseres om verlening/vernieuwing van haar vreemdelingen-identiteitsbewijs (W/W2-document) vanwege het verlopen van de geldigheidsduur van het eerder aan haar verleende document afgewezen. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres geen rechtmatig verblijf heeft zoals bedoeld in artikel 8 van de Vw.

Het bezwaar is ongegrond verklaard. In beroep heeft eiseres daartegen aangevoerd dat het in strijd is met de evenredigheid en de menselijke maat om gedurende ruim twee jaar te talmen met beslissen op de aanvraag om uitstel van vertrek zonder een document te verstrekken waarmee zij zich in het maatschappelijk verkeer kan bewegen.

Op de dag voor de zitting, heeft verweerder meegedeeld dat aan eiseres, in afwachting van een definitieve beslissing, voorlopig uitstel van vertrek is verleend voor 6 maanden. Daarnaast heeft verweerder meegedeeld dat alsnog aan eiseres, alsook aan haar gezinsleden, een vreemdelingenidentiteitsbewijs zal worden verstrekt. Doordat aan eiseres voorlopig uitstel van vertrek is verleend, heeft zij immers rechtmatig verblijf. Ter zitting heeft verweerder zijn excuses aangeboden voor het feit dat de aanvraag om uitstel van vertrek zo lang is blijven liggen.

Rb Middelburg NL22.4316, 16.6.22
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2022:6004