Rb: risico bij terugkeer naar Georgie na niertransplantatie

In het BMA-advies staat dat eiser in het verleden een niertransplantatie heeft ondergaan. Bij het uitblijven van de behandeling met anakinra zal de ontstekingsactiviteit opnieuw toenemen, waarbij op wat langere termijn klachten te verwachten zijn die afhankelijk zijn van de lokalisatie van de afzetting. In het BMA-advies is opgenomen dat de afwezigheid van anakinra zeker zal leiden tot weer ontstaan/ toename van ziekteactiviteit maar dat het niet waarschijnlijk is dat de daaruit ontstane stapeling van amyloïd binnen drie maanden zal leiden tot overlijden.

Het is niet in geschil dat de medicatie anakinra in Georgië niet aanwezig is en dat dit tot gevolg heeft dat bij eiser na terugkeer in Georgië de ontstekingsactiviteit opnieuw zal toenemen, met op langere termijn orgaanfunctiestoornissen tot gevolg. In de BMA-nota wordt evenwel niet ingegaan op het standpunt van [naam behandelaar] dat bij het wegvallen van het gebruik van anakinra, een snelle progressie kan ontstaan van orgaanfunctiestoornissen vaak leidend tot blijvend orgaanfalen of tot de dood ook binnen een termijn van drie maanden. In zoverre is het BMA-advies en daarmee het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd.

De vaststelling in het BMA-advies is naar het oordeel van de rechtbank een omschrijving van een geleidelijk proces. Uit het bestreden besluit blijkt niet dat verweerder zich er rekenschap van heeft gegeven dat het uitblijven van behandeling met het medicijn anakinra en de complicaties die daardoor kunnen optreden, bij uitzetting kan leiden tot een snelle en onomkeerbare achteruitgang in de gezondheid van eiser, resulterend in een intens lijden of een significante vermindering van de levensverwachting binnen een termijn van drie maanden. Dat de afwezigheid van anakinra op korte termijn (expliciet benoemd ‘niet binnen 3 maanden’) niet zal leiden tot de dood of een (vrijwel) volledig verlies van ADL zelfstandigheid, is – nog daargelaten dat [naam behandelaar] die mogelijkheid in zijn brief wel uitdrukkelijk vermeldt - een te beperkte uitleg van het begrip medische noodsituatie. Verweerder heeft dan ook niet tot de conclusie kunnen komen dat geen sprake is van een reëel risico op schending van artikel 3 van het EVRM.

Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit.
Rb Groningen NL22.14299, 23.2.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:2085