Rb: risico suicide bij dreiging terugkeer vanwege confrontatie met oude traumatische ervaringen

Op basis van het rapport van het BMA en het in opdracht van het BMA verrichte onderzoek van het NIFP constateert de rechtbank dat bij eiseres sprake is van PTTS, een obsessieve-compulsieve stoornis met spanningsklachten en door dissociatieve periodes veroorzaakte suicidaliteit. Er zijn twee eerdere zelfmoordpogingen gerapporteerd en de deskundigen van het BMA en het NIFP zijn het met de behandelaars van eiseres erover eens dat de klachten een recidiverend beloop hebben en dat die fluctueren onder invloed van psychische en sociale (psychosociale) stressfactoren. De behandelaars hebben daaraan toegevoegd dat confrontatie met de omgeving van vroegere traumatische ervaringen (de rechtbank leest: terugkeer naar het land van herkomst) tot een 'nog diepere verstoring van het psychisch evenwicht en emstiger disfunctioneren' zal leiden. De deskundige van het BMA heeft overwogen dat te verwachten is dat enkel het perspectief van terugkeer naar het land van herkomst 'bij betrokkene angst, paniekgevoelens en suicidaliteit zal aanwakkeren'.

Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat naar het oordeel van deskundigen bij een perspectief op terugkeer naar het land van herkomst, maar in ieder geval bij feitelijke terugkeer naar het land van herkomst, tot een in medisch opzicht aanmerkelijke toename van het gevaar van zelfmoord leidt. Gelet hierop heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd dat geen medische noodsituatie binnen drie maanden te verwachten is.

Het beroep is daarom gegrond.
Rb Zwolle: NL17.7538, 1.2.19