Rb: risico terugkeer naar Iran na lang verblijf in Europa

Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat eiseres niet aannemelijk maakt dat de Iraanse autoriteiten op de hoogte zijn van de activiteiten van eiseres voor de kerkdiensten in Alphen aan den Rijn. Evenmin is gebleken dat de Iraanse autoriteiten op de hoogte zijn van de uitingen van eiseres op social media. Dat eiseres door haar activiteiten in de negatieve belangstelling staat van de autoriteiten heeft verweerder daarom niet aannemelijk hoeven achten.

De rechtbank is echter van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom niet aannemelijk is dat er door het langdurige verblijf buiten Iran een reëel risico op vervolging bestaat. Uit het Algemeen Ambtsbericht Iran van februari 2021 volgt dat Iraniërs die een aantal jaren buiten Iran hebben verbleven en voor het eerst sinds lange tijd terugkeren naar Iran door de grenspolitie en/of de inlichtingendienst worden ondervraagd. De vragen zien onder meer toe op de verblijfplaats en de activiteiten in het buitenland en de gesprekken kunnen tot enkele uren duren. Er zijn enkele gevallen bekend waarin asielzoekers die gedwongen terugkeerden bij aankomst te maken kregen met strafrechtelijke vervolging. Het ging daarbij onder meer om politieke activisten en Iraniërs met een dubbele nationaliteit, maar ook is een geval bekend van een tot het christendom bekeerde Iraanse van wie de asielaanvraag in Duitsland was afgewezen. Daarnaast blijkt uit het ambtsbericht dat de inlichtingendienst het aanvragen van asiel als een potentiële bedreiging voor de nationale veiligheid beschouwt en dat Iraniërs (met name degenen die actief zijn op politiek, religieus, etnisch of cultureel gebied) worden gemonitord bij reizen naar Europese landen en landen die voor Iran gevoelig liggen. Het aangevoerde asielmotief bij uitgeprocedeerde asielzoekers kan een rol spelen indien dat asielmotief bekend is bij de Iraanse autoriteiten. Iemand moet soms kunnen bewijzen dat hij of zij geen afvallige is als hij of zij zich voor de asielmotieven heeft beroepen op afvalligheid. Verder blijkt uit het ambtsbericht dat Iraanse rechters de mogelijkheid hebben om afvalligheid als misdrijf aan te merken, en dat iemand daarvoor ter dood kan worden veroordeeld.

Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het eventuele risico op ondervraging in het geval van eiseres, nu zij langdurig buiten Iran heeft verbleven, geen reëel risico op vervolging in strijd met artikel 3 van het EVRM oplevert.

Het beroep is gegrond.
Rb Rotterdam NL22.21537, 15.12.22
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2022:13917