Eiseres heeft verklaard dat zij gedurende langere tijd is mishandeld door de echtgenoot. Op enig moment is de situatie dermate ernstig geworden dat zij door de Turkse politie is opgehaald, is ondergebracht in een blijf-van-mijn-lijfhuis, en naar aanleiding van de mishandelingen medisch is onderzocht in het ziekenhuis. ….
Eiseres is uit Turkije gevlucht toen de echtgenoot hun zoon ontvoerde en aan de broer van eiseres vertelde dat hij eiseres zou pakken en vermoorden. Zij heeft voorts aangevoerd dat de echtgenoot de kinderen bij haar moeder heeft weggehaald en haar nog altijd telefonisch blijft bedreigen…. Uit de overgelegde verklaring van haar Turkse echtscheidingsadvocaat van 30 december 2024 blijkt dat de echtgenoot zich ook richting haar (de advocaat) bedreigend heeft uitgelaten. Volgens de advocaat lijkt de situatie eerder een (obsessieve) eerkwestie te betreffen dan een geval van ‘huiselijk geweld’. Dit wordt mede ondersteund door de omstandigheid dat de echtgenoot twijfelt of de kinderen biologisch van hem zijn.
Gelet op het voorgaande heeft verweerder weliswaar kunnen aanvoeren dat de Turkse autoriteiten beschermingsmaatregelen ten behoeve van eiseres hebben getroffen, maar heeft verweerder daarbij onvoldoende gemotiveerd in hoeverre deze maatregelen daadwerkelijk doeltreffend waren en bij terugkeer zullen zijn. … Verweerder heeft bovendien onvoldoende onderkend dat de verklaringen van eiseres over het door haar ervaren gebrek aan effectieve en structurele bescherming door de Turkse autoriteiten aansluiten bij de aangehaalde landeninformatie. …
Gelet op de ernst en het aanhoudende karakter van de (aan eerwraak gerelateerde) bedreigingen, de beperkte mate van bescherming die eiseres reeds heeft ervaren, en de twijfels die uit de beschikbare landeninformatie voortvloeien over de effectiviteit en het structurele karakter van de bescherming door de Turkse autoriteiten, lag het op de weg van verweerder om deugdelijk te onderzoeken en te motiveren waarom eiseres desondanks bij terugkeer bescherming zou kunnen verkrijgen van diezelfde autoriteiten. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat eiseres nog altijd formeel met haar echtgenoot is gehuwd – omdat hij weigert mee te werken aan een echtscheiding – en dat de kinderen bij hem verblijven. Dit maakt het vrijwel onvermijdelijk dat zij bij terugkeer met hem in aanraking zal komen.
De beroepsgrond slaagt.
Rb Rotterdam NL22.23819 en NL23.7470, 1.8.25
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:14421