Rb: vergunning voor verblijf stiefmoeder bij NLse stiefzoon

De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom geen sprake zou zijn van meer dan marginale zorg- en opvoedingstaken. De rechtbank acht daartoe met name de schriftelijke verklaring van de voormalig pleegouders en de mondelinge toelichting van de voormalig pleegmoeder ter zitting doorslaggevend. Daarin komt het beeld naar voren dat eiseres sinds enkele jaren deel uitmaakt van het gezin van [stiefzoon] en dat zij binnen het gezin zorg- en opvoedingstaken verricht.

Verweerder heeft de inhoud van de verklaring van de voormalig pleegouders onvoldoende meegewogen in de beoordeling. Deze verklaring kan niet als niet of onvoldoende objectief ter zijde worden geschoven. De verklaring wordt bovendien ondersteund door foto’s van eiseres en [stiefzoon] . Of sprake is van meer dan marginale opvoed- en zorgtaken dient nog te worden beoordeeld aan de hand van de verklaring van de pleegouders tezamen met de verklaringen van de school van [stiefzoon] , van [stiefzoon] zelf en zijn vader. Voor de beoordeling van de afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en [stiefzoon] is ook de emotionele ontwikkeling van [stiefzoon] van belang. Eiseres heeft daarom terecht aangevoerd dat verweerder onvoldoende bij zijn beoordeling heeft betrokken dat [stiefzoon] een moeilijke jeugd heeft gehad, omdat zijn moeder het gezin heeft verlaten waardoor hij een deel van zijn leven in een pleeggezin is opgegroeid. De verklaring van [vroegere pleegouder 1] , waarin zij uitgebreid beschrijft onder welke omstandigheden [stiefzoon] is opgegroeid, bevestigt dat beeld. De moeilijke jeugd van [stiefzoon] kan van invloed zijn op de mate van zijn affectieve relatie met eiseres en het risico dat voor het evenwicht van [stiefzoon] zou ontstaan indien hij van eiseres zou worden gescheiden. Op grond van het arrest Chavez-Vilchez had verweerder dit bij zijn beoordeling moeten betrekken.

Naar het oordeel van de rechtbank is het bestreden besluit niet deugdelijk en onvoldoende gemotiveerd. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd.

Rb Utrecht AWB 20/4410 en 20/4411, 3.2.21
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:1385