Rb: verklaring nodig voor twee keer documentonderzoek met wisselende uitkomst

De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris eisers meerderjarige leeftijd volgens zijn beleid heeft vastgesteld (door schouwen met verschillende conclusies en daarna uitgaan van de geboortedatum uit Griekenland). ... Eiser heeft later een geboorteakte en een identiteitsbevestiging overgelegd. Bureau Documenten heeft deze documenten onderzocht.

De rechtbank stelt vast dat Bureau Documenten twee verklaringen van onderzoek over de documenten heeft afgegeven. De eerste verklaring vermeldt onder ‘controle’ zowel over de identiteitsbevestiging als de geboorteakte dat de opmaak en afgifte afwijkt van het beschikbare referentiemateriaal. De ‘conclusie’ over beide documenten luidt vervolgens dat deze gelet op het beschikbare vergelijkingsmateriaal met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid echt zijn, dat geen uitspraak kan worden gedaan over de opmaak en afgifte van de documenten en dat niet kan worden vastgesteld of de documenten inhoudelijk juist zijn. De latere verklaring vermeldt onder ‘controle’ over beide documenten dat de opmaak en afgifte afwijkt van het beschikbare referentie- en vergelijkingsmateriaal. De ‘conclusie’ vermeldt over beide documenten dat deze met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet bevoegd zijn opgemaakt en afgegeven en dat niet kan worden vastgesteld of de documenten inhoudelijk juist zijn.

Naar het oordeel van de rechtbank mocht de staatssecretaris zijn standpunt over de overgelegde documenten niet zonder nadere motivering baseren op de tweede verklaring van Bureau Documenten. De staatssecretaris had allereerst moeten motiveren waarom in eisers situatie een tweede onderzoek heeft plaatsgevonden. Nu uit beide verklaringen blijkt dat de opmaak en afgifte afwijkt van het beschikbare referentiemateriaal, maar de conclusies geheel uiteenlopen, lag het voorts op weg van de staatssecretaris om in het kader van zijn vergewisplicht na te gaan en inzichtelijk te maken waarop dit verschil gebaseerd is. De enkele verklaring van de staatssecretaris ter zitting dat nieuwe informatie beschikbaar is over Somalische documenten acht de rechtbank daartoe niet toereikend. Deze beroepsgrond slaagt daarom.

Rb Groningen NL23.19228, 1.8.23
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:11389