Op grond van artikel 5 van de Rva eindigt het recht op opvang van een asielzoeker wiens asielaanvraag, die recht op opvang heeft gegeven, is afgewezen, indien de vertrektermijn is verstreken, tenzij de uitzetting van betrokkene achterwege dient te blijven.
Het is een vreemdeling toegestaan de uitspraak af te wachten van een verzoek om een voorlopige voorziening parallel aan een asielberoep.
Verzoekers mogen het verzoek om een voorlopige voorziening dat zij hebben ingediend hangende hun beroep tegen het afwijzende besluit in hun asielprocedure, in Nederland afwachten, zodat uitzetting achterwege dient te blijven. Verweerder had daarom, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, moeten afzien van de daadwerkelijke beëindiging van de opvang van verzoekers hangende het verzoek om een voorlopige voorziening in de asielprocedure van verzoekers.
Gelet op het voorgaande wijst de voorzieningenrechter het verzoek toe,
Rb den Bosch 17/14592, 22.9.17
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2017:14152