Rb: vreemdeling heeft ingenomen paspoort niet onmiddellijk nodig

De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoekster het spoedeisend belang bij onmiddellijke teruggave van het paspoort onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Verzoekster heeft bij de inname van het paspoort een bewijs van inname en een kopie van haar paspoort ontvangen. Met deze stukken kan verzoekster aan anderen kenbaar maken wie zij is en dat zij over een geldig identiteitsbewijs beschikt. Verzoekster heeft het spoedeisend belang bij het langsbrengen van het paspoort onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Nu verzoekster het spoedeisend belang onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt, ziet de rechtbank geen aanleiding tot het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek is kennelijk ongegrond.

Rb den Haag AWB 21/7149, 9.12.21
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:14680