RvS: geen opheffing bewaring ondanks eerder besluit Rb over recht op gehoor in AZC

De voorzieningenrechter van de Raad van State besluit dat de bewaring niet hoeft te worden opgeheven in afwachting van een definitief oordeel van de RvS.

De vreemdeling voerde aan dat de staatssecretaris hem niet voorafgaand aan het opleggen van de maatregel tot bewaring heeft gehoord. De rechter oordeelde dat het voorgeschreven gehoor een elementair onderdeel is van het proces dat leidt tot eventuele inbewaringstelling omdat hierin wordt gevraagd naar de persoonlijke belangen van de vreemdeling. Alleen zo kunnen de belangen van de vreemdeling worden afgewogen vóór de inbewaringstelling. Al eerder overwoog de Afdeling (ECLI:NL:RVS:2016:2992) ook dat een vreemdelingen op het AZC moet worden gehoord en daarna pas in bewaring mag worden gesteld. De rechter vond daarom dat de maatregel van bewaring onmiddellijk zou moeten worden opgeheven.

Maar de voorzieningenrechter van de RvS stelt de opheffing van de bewaring nog even uit.

Rb Rotterdam, NL18.3854, 7.3.18
RvS 201801929/3/V3, 9.3.18
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2018:80