De vreemdeling grieft dat het voor Palestijnen onmogelijk is zich nog te wenden tot de UNRWA in Libanon.
Uit vaste Afdelingsjurisprudentie volgt dat voor de uitsluitingsgrond niet zozeer bepalend is of iemand geregistreerd is bij de UNRWA, maar vooral of deze persoon kort vóór het indienen van het asielverzoek daadwerkelijk bijstand van de UNRWA heeft gekregen. …. Dat de vreemdeling zich niet tot UNRWA heeft gewend voor bescherming tegen Hezbollah doet hieraan niet af, omdat de UNRWA niet alleen zorgt voor bescherming van Palestijnse vluchtelingen, maar ook voor hun welzijn, ontwikkeling en basisbehoeften, waaronder onderdak. Dat de vreemdeling Libanon vrijwillig heeft verlaten voor een familiebezoek in Nederland en Denemarken en haar asielaanvraag pas een halfjaar na vertrek uit Libanon heeft ingediend, betekent niet dat zij niet kort vóór het indienen van de asielaanvraag daadwerkelijk bijstand van de UNRWA heeft ontvangen of dat zij zich langdurig buiten het UNRWA-werkgebied heeft gevestigd.
Hoger beroep tegen Rb Middelburg NL23.16778, 27.11.23 gegrond.
ABRvS 202307738/1, 24.9.25
ECLI:NL:RVS:2025:4512