In de brief van 10 juni 2025 heeft de minister de Tweede Kamer geïnformeerd dat het besluit- en vertrekmoratorium voor vreemdelingen afkomstig uit Syrië gold, niet verlengd zal worden.
Uit het nieuwe ambtsbericht blijkt dat de algemene situatie in Syrië door de val van het regime van Assad redelijk verbeterd is. De minister heeft besloten om ten aanzien van de beoordeling of sprake is van willekeurig geweld in het kader van een gewapend conflict in het kader van artikel 15 onder c Kwalificatieverordening voor geheel Syrië aan te nemen dat er sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld. Dit houdt in dat door de vreemdeling individuele, risico verhogende omstandigheden moeten worden aangevoerd om te onderbouwen dat er ondanks het lagere niveau van willekeurig geweld, in zijn individuele geval toch sprake is van een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer als gevolg van het willekeurig geweld.
Naar aanleiding van het nieuwe ambtsbericht is bovendien vastgesteld dat de positie van alawieten sinds de val van het regime van Assad precair is. Alawieten worden daarom als risicoprofiel opgenomen.
WBV 2025/13, 17.6.25 in Staatscourant 2025, 20828, 19.6.25
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-20828.html
De situatie is vooralsnog nog niet voldoende bestendig om conform de voorwaarden van het Unierecht op herbeoordelingen voor statushouders met een verblijfsvergunning over te gaan. Daarom wordt gestart met het toepassen van het nieuwe landenbeleid op alle Syrische asielaanvragen die momenteel nog in behandeling zijn en voor alle nieuwe asielaanvragen van Syriërs. De verdere ontwikkelingen in Syrië worden nauwlettend gevolgd. Er wordt op korte termijn een nieuw ambtsbericht opgesteld, dat naar verwachting rond januari 2026 zal worden opgeleverd.
https://open.overheid.nl/documenten/1b04b67e-4c71-46ad-a5d9-5e275e362fa6/file, 10.6.25