Rb: voorwaarden status stiefmoeder NLs kind

De minister neemt aan dat een vreemdeling een verblijfsrecht ontleent aan het arrest Chavez-Vilchez als deze vreemdeling zijn identiteit en nationaliteit voldoende aannemelijk heeft gemaakt (voorwaarde a), een minderjarig kind met de Nederlandse nationaliteit heeft (voorwaarde b), daadwerkelijke zorgtaken voor dat kind uitvoert (voorwaarde c) en tussen de vreemdeling en het minderjarig kind een zodanige afhankelijkheidsrelatie bestaat dat dit minderjarig kind de vreemdeling naar het land van herkomst moet volgen als aan de vreemdeling een verblijfsrecht wordt geweigerd (voorwaarde d). Stiefouders – zoals eiseres – voldoen strikt genomen niet aan voorwaarde b, maar kunnen ook een verblijfsrecht aan het arrest Chavez-Vilchez ontlenen als aan alle andere voorwaarden wordt voldaan. Voorwaarde b wordt hen in dat geval niet tegengeworpen. Omdat in het geval van eiseres niet in geschil is dat zij voldoet aan de voorwaarden a en c en zij de stiefmoeder van [kind 4] is, gaat het in deze zaak dus om de vraag of eiseres aan voorwaarde d voldoet.

Dit betoog slaagt. De minister heeft onvoldoende gemotiveerd waarom tussen eiseres en [kind 4] geen zodanige afhankelijkheidsrelatie bestaat dat [kind 4] eiseres naar haar land van herkomst moet volgen. De minister heeft ter motivering van dat standpunt in het bestreden besluit vrijwel uitsluitend aandacht besteed aan de (praktische) afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en [kind 4], door onder meer te stellen dat [kind 4], mede gelet op zijn leeftijd, niet (langer) van eiseres afhankelijk is voor zijn dagelijkse verzorging en dat bij [kind 4] verder niet is gebleken van lichamelijke of emotionele ontwikkelingsproblematiek. Uit het IB 2023/31 volgt echter dat de minister – in het geval van eiseres als stiefouder zonder familierechtelijke betrekking tot [kind 4] – ook aandacht moet besteden aan de affectieve band tussen eiseres en [kind 4], omdat ook daaruit kan blijken van een afhankelijkheidsrelatie. …. Daarbij acht de rechtbank van belang dat uit het IB blijkt dat langdurige samenwoning, zoals bij eiseres en [kind 4] het geval is, vaak een indicator is voor een sterke affectieve band en dat bij een sterke band eerder sprake is van een afhankelijkheidsrelatie. … Door enkel te wijzen op de beperkte praktische afhankelijkheidsrelatie heeft de minister een te beperkte beoordeling gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en [kind 4].

Het voorgaande betekent dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiseres geen verblijfsrecht ontleent aan het arrest Chavez-Vilchez en op die manier niet wordt vrijgesteld van het mvv-vereiste. Het bestreden besluit komt daarom voor vernietiging in aanmerking.

Rb Arnhem NL24.44996, 8.4.25
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:5902