Uit het BMA-advies volgt weliswaar dat 24-uurs aanwezig is in onder andere Abuja, maar de BMA-arts heeft ook aangegeven dat, gelet op de specifieke afhankelijkheid van de echtgenoot in het voorkomen van een medische noodsituatie, zij de beschikbare alternatieven voor de zorg die door de echtgenoot worden geleverd voor eiseres, onvoldoende acht.
De rechtbank stelt vast dat ter zitting door de minister nadrukkelijk is gesteld dat de aanwezigheid van de 24 uur-uurs zorg in Abuja in deze specifieke situatie afhankelijk is van de aanwezigheid van de echtgenoot van eiseres. Nu eiseres voldoende aanknopingspunten heeft aangedragen voor twijfel aan de toelating van de Ghanese echtgenoot tot Nigeria, is de rechtbank van oordeel dat de minister onvoldoende gemotiveerd heeft dat en op welke wijze aan de randvoorwaarde zoals door de BMA-arts is gesteld kan worden voldaan. Om die reden had de minister zich niet zonder meer op het standpunt kunnen stellen dat de voor eiseres vereiste medische behandeling in Nigeria voor haar aanwezig is.
De rechtbank is van oordeel dat het aan de minister is om te onderbouwen dat deze door haar geschetste aanvraag voor een verblijfsvergunning voor eiseres en haar echtgenoot een realistische optie is. Daarin is de minister niet geslaagd.
Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit.
Rb Groningen NL25.6915, 14.5.25
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:8449