Kinderen met een nationaliteit van een EU-land die in een ander land wonen kunnen daar zelfstandig verblijfsrecht hebben. Dat kan op twee manieren: ofwel omdat ze samen met hun ouders beschikken over inkomen (herkomst doet er niet toe). Of het komt omdat ze, nadat ze met hun werkende EU-ouder zijn binnengekomen, naar school zijn gegaan en dit nog steeds doen.
In beide gevallen krijgen de niet-EU-ouders een van dit kind afgeleid verblijfsrecht.