Een ongedocumenteerde migrant die erg ziek is heeft soms recht op opvang in een AZC. Dit moet hij wel eerst aanvragen op basis van Artikel 64 van de Vreemdelingenwet. Als de aanvraag volledig is ingediend en er moet nader onderzoek gedaan worden, bestaat soms ook recht op opvang tijdens de procedure.
Als een ongedocumenteerde zo ziek is dat hij niet kan reizen, kan ‘uitstel van vertrek’ worden gegeven door de IND. Uitstel van vertrek kan ook van toepassing zijn als bij terugkeer een medische noodsituatie ontstaat. Dit is zo als iemand in Nederland wordt behandeld, en het stoppen van de behandeling (omdat deze in het land van herkomst niet beschikbaar of toegankelijk is) ernstige gevolgen heeft voor de gezondheid.
Het uitstel van vertrek kan gaan om een korte of langere periode, dit ligt aan de ziekte of de noodsituatie. In de periode van uitstel van vertrek heeft de ongedocumenteerde migrant recht op opvang in een AZC. Bijvoorbeeld als de betrokkene een behandeling voor tuberculose krijgt in Nederland die nog niet afgerond is, kan hij uitstel van vertrek krijgen.
Uitstel van vertrek moet aangevraagd worden bij de IND. Vul de formulieren in, voeg de gevraagde bijlagen toe en stuur ze op naar de IND. Lees hiervoor heel zorgvuldig de bijgevoegde instructies. De IND vindt in de praktijk al snel dat de benodigde informatie niet is bijgevoegd.
De IND belt om een afspraak te maken voor het officieel indienen van de aanvraag. Deze afspraak moet binnen 2 weken na het opsturen van het aanvraagpakket plaatsvinden. Tijdens deze twee weken beoordeelt het BMA (Bureau Medische Advisering van de IND) in eerste instantie over de medische situatie. Op basis daarvan besluit de IND over de voortgang van de aanvraag.
Als de aanvraag binnen deze twee weken wordt ingewilligd, bestaat recht op opvang en krijgt de aanvrager een opvangadres waar hij zich moet melden. Als de aanvraag binnen deze twee weken wordt afgewezen, is het mogelijk een procedure tegen de beslissing te starten bij de rechter. Tijdens die procedure is er geen recht op opvang, tenzij het gaat om een uitgeprocedeerde asielzoeker die al in de opvang zat, die houdt opvang tot de beslissing van de IND.
In enkele gevallen wordt voorlopig Artikel-64 toegekend, in afwachting van een definitieve beslissing. Dat geldt voor aanvragers die een compleet medisch dossier hebben ingediend waarbij BMA niet binnen twee weken kan oordelen over de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de medische zorg in het land van herkomst. Ook bij voorlopige toekenning van artikel 64 bestaat recht op opvang.
- aantallen
- beleid
- jurisprudentie
Het COA is verplicht om zelfstandig te oordelen of er medische redenen zijn die tot opvang verplichten, ook al is er geen artikel-64 toegekend. In de praktijk is het erg moeilijk om het COA hiervan te overtuigen.
- toelating en verwijdering voor medische redenen
Zwangere vrouwen hebben recht op opvang in een AZC voor een periode van 6 weken vóór de bevalling tot en met 6 weken na de bevalling. Hierbij geldt de datum van bevalling die de vroedvrouw heeft uitgerekend.
Vraag de vroedvrouw om een verklaring met de datum van bevalling. Deze verklaring moet samen met een aanvraag voor ‘uitstel van vertrek’ worden opgestuurd naar de IND. De IND stuurt dan een brief met informatie over wanneer het recht op opvang begint en bij welk AZC de vrouw zich moet melden.
De zwangere vrouw kan ook zelf met de verklaring van de vroedvrouw naar het aanmeldcentrum Ter Apel reizen. Dit mag 6 weken voor de bevalling. Na aanmelding in Ter Apel blijft de vrouw daar een paar nachten. Dan wordt ze doorgestuurd naar een AZC.
- jurisprudentie opvang AZC vanwege zwangerschap
TBC wordt vastgesteld door de GGD. Die geeft ook een indicatie van de behandeltermijn. Met de verklaring van de GGD kan aan de IND uitstel van vertrek gevraagd worden. Het uitstel van vertrek stopt als betrokkene niet meer besmettelijk is.
Als iemand in het ziekenhuis is opgenomen voor een behandeling die niet buiten het ziekenhuis mogelijk is, dan kan ook uitstel van vertrek gevraagd worden aan de IND. Het uitstel van vertrek wordt verleend tot twee weken na ontslag uit het ziekenhuis, voor maximaal 6 maanden.